
Na een onrustige en ongemakkelijke nacht werden de mannen een voor een wakker. Versuft zaten ze bij te komen. Hun kleding, nog klam van de nachtelijke zwempartij zat verfomfaaid tegen hun pijnlijke lichaam aangeplakt.
Bud vloekte. "Ik heb verdomme haast geen oog dicht gedaan met al die muskieten!" Harvey geloofde zijn oren niet. "Jij geen oog dicht gedaan? Man, je lag het hele bos hier om te zagen!" Het gekibbel ging nog een tijdje door totdat Dirk en Cor er een eind aan maakten.
"We moeten verder, boys," maande Dirk, "We hebben een aardige voorsprong schat ik. Laten we dat zo houden."
Moeizaam kwam het groepje in beweging. Ze hadden een kapmes om door de dichte begroeiing te komen goed kunnen gebruiken. Bud en Harvey snakten naar koffie, een ontbijtje, een scheermes ... kortom alles wat een ochtend aangenaam kon maken.
Cor en Dirk liepen voorop. Ze kozen een pad dat hen steeds hoger voerde. Op een open plek hadden ze een prachtig uitzicht over de zee. Dirk wees naar beneden. |